Met het verplicht stellen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (de VOG) voor trainers en bestuurders, gaat de Minister van Sport, Conny Helder, het sportklimaat in Nederland niet veiliger maken.

Het is het zoveelste voorbeeld dat de overheid aan de verkeerde knoppen draait bij het oplossen van problemen. Het is spierballentaal, dat ik mij nog goed herinner van Ivo Opstelten, die steevast bij het oplossen van grote maatschappelijke problemen als tekst had: “We gaan het aanpakken” De wijze waarop hij die woorden uitsprak, compleet met zijn zware stem en strenge blik, deed menigeen sidderen.

Zowel vanuit mijn jarenlange ervaring als bestuurslid van twee sportverenigingen en mijn HRM functies bij verschillende onderdelen bij het Ministerie van Justitie, weet ik dat een VOG slechts een papieren veiligheid biedt. Zeker niet het veiliger maken van de sport in Nederland.

Even kort… voor degene die niet op de hoogte zijn wat de VOG precies verklaart: In de verklaring staat dat de betreffende persoon – recent – niet in aanraking is geweest met ‘justitie’.  In aanraking betekent zoveel dat de betreffende persoon NOOIT VEROORDEELD is, niet voor de rechter is geweest.

‘Had Matthijs een VOG?’

Ik kan tal van argumenten aanvoeren dat de VOG-maatregel niet het beoogde doel zal bereiken. Die gaan van de uitvoerbaarheid in relatie tot de handhaving, de sancties wanneer verenigingen daar niet aan voldoen, tot tal van beperkingen die er zijn bij sportverenigingen onder andere vanwege het werken met vrijwilligers.

En dan is er ook nog de kwestie met betrekking tot de ‘doelgroep’, waarop de maatregel zich richt.
Een groot aantal van de trainers bij sportverenigingen, ik schat zo’n 70% zijn in de leeftijd van 14 tot 21 jaar. Hoeveel jongeren uit die leeftijdsgroep, hebben op het gebied van het werken met kinderen een veroordeling bij justitie aan de broek hangen?
Geldt de regeling overigens niet voor de leider (niet de trainer) van het 3e team van Jongens Onder 9 of voor de vrijwillige ouders van het jeugdkamp ?

Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat veel vrijwillige bestuurders bij de 24.000 sportverenigingen in Nederland met grote tevredenheid en instemming deze oekaze uit overheidsland, hebben begroet.

Diezelfde bestuurders zouden beter geholpen zijn met een visie en een aanpak vanuit de overheid op de vrijwillige inzet van zo’n 7 miljoen Nederlanders, waaronder één miljoen in de sport. Die visie is er niet, nergens te vinden, ook niet bij navraag bij een aantal ministeries.

Professionalisering van het vrijwilligerswerk bij sportverenigingen en de inrichting van een lokale vertegenwoordiging van sportvereniging zouden meer zoden aan de dijk zetten.  Ik schreef hier eerder over Zie ook  –    Een gezonder, sterker sportief Nederland komt van onderop | Trouw

Het scorend vermogen van de Minister van sport zou daarmee enorm toenemen, en Nederland wereldkampioen Veilig sporten maken!

Blogger Jan Raateland - Hulp voor de Verenigingen

mijn missie als blogger

Is het versterken van de organisatiekracht en maatschappelijke oriëntatie van sportverenigingen.

Ik wil met bestuurders van sportverenigingen, sportbeleidsmedewerkers en verenigingsondersteuners mijn kennis en ervaring delen over een succesvolle aanpak.

Uiteraard kan je mij benaderen voor het maken van een afspraak om een gesprek te voeren over die aanpak die leidt tot meer vitale sportverenigingen.