Op het nationaal sportcongres 2024 maakte minister van sport, Koen Breedveld, vandaag bekend dat het aantal vitale sportverenigingen in ons land in zes jaar tijd is verdubbeld van 6.000 naar 12.000.
Dit succes is geheel toe te schrijven aan een nieuwe aanpak: het duurzaam versterken van de organisatiekracht van die 6.000 sportverenigingen.
De basis van het succes is afkomstig van een initiatief van twee oudere jongeren uit Den Haag. In 2015 en 2016 voerde zij een pilot uit bij Haagse sportverenigingen die gericht was op de versterking van de organisatie- en bestuurlijke kracht van de vereniging.

Rendement

Tot 2018 werd er vanuit het ministerie VWS, gedurende een periode van 20 jaar door middel van subsidies via projecten en programma’s, het sporten en bewegen van de 17 miljoen Nederlanders gestimuleerd. Uit evaluaties van deze programma’s bleek dat deze nauwelijks het beoogde rendement opleverden. Toen in 2018 het laatste programma, de Sportimpuls, ten einde liep, besloot VWS om een andere weg in te slaan. Er werd gekozen om succesvolle lokale initiatieven te gaan ondersteunen die konden leiden tot een duurzame sportdeelname.

Belangrijke rol sportverenigingen

Het inslaan van die nieuwe weg werd mede ingegeven door de zorg die de toenmalige minister- president Mark Rutte in 2017 uitsprak over het behoud van de belangrijke rol van sportverenigingen in ons land: “Onze unieke verenigingsstructuur staat onder druk.” Hij vroeg zich af wat de sportverenigingen konden doen om dit tij te keren en wat de sport nodig had van de overheid.

Organisatiekracht

Het succesvolle van wat inmiddels ‘de Haagse aanpak’ is gaan heten, werd bevestigd door het Mulier instituut. Op basis van onderzoek constateerde zij dat vitale sportvereniging zich van niet vitale sportverenigingen onderscheiden door hun organisatiekracht.
“Vitale sportverenigingen hebben hun eigen organisatie op orde, zorgen voor regulier sportaanbod en vervullen daarnaast een bredere maatschappelijke functie” (Verenigingsmonitor 2016 Mulier instituut).

Logisch!

Pieter Winsemius, ook spreker op het nationaal sportcongres, noemde het succes van de ‘Haagse aanpak’ subliem in zijn eenvoud en kon dit niet beter omschrijven met de woorden van de door hem zo geadoreerde Johan Cruyff: “Je gaat het pas zien als je het door hebt”. “Jaarlijks begroeten 24.000 sportverenigingen vanuit hun primaire functie 400.000 nieuwe leden. Deze sportverenigingen vormen al meer dan 100 jaar de sportieve infrastructuur van ons land.”
“Logisch” zo sprak Winsemius, “dat een kwaliteitsimpuls bij sportverenigingen op het gebied van organisatiekracht het meeste resultaat oplevert en tevens duurzamer is dan ieder andere aanpak.

Nieuwe vrijwilligers – nieuwe samenwerking

De bestuurders van de vitale sportverenigingen zijn blij met hun nieuwe versterkte verenigingsorganisatie. Het blijkt dat er voldoende clubmensen zijn die willen bijdragen aan het verenigingsleven. Tegelijkertijd voelen zij zich vanwege hun brede maatschappelijke functie meer gewaardeerd en erkend. Met nieuwe –lokale- partners, zoals, de buurt, de scholen, gezondheidscentra en de centra voor jeugd en gezin, wordt er als vanzelfsprekend goed samengewerkt. Zoals een van die sportverenigingbestuurders na afloop van het congres opmerkte: “De sportverenigingen brengen de participatiesamenleving dichterbij!”

Blogger Jan Raateland - Hulp voor de Verenigingen

mijn missie als blogger

Is het versterken van de organisatiekracht en maatschappelijke oriëntatie van sportverenigingen.

Ik wil met bestuurders van sportverenigingen, sportbeleidsmedewerkers en verenigingsondersteuners mijn kennis en ervaring delen over een succesvolle aanpak.

Uiteraard kan je mij benaderen voor het maken van een afspraak om een gesprek te voeren over die aanpak die leidt tot meer vitale sportverenigingen.